Daar is juffrouw Floor, van de groenteboer.
'Opzij jullie.'
Ze smijt een emmer water over de hondjes, die zich los rukken. Bij die ene zit er bloed aan, hij likt het schoon. Bij de ander zie je zijn rode punt nog. Weer een guts water, nu rennen ze weg.
Juffrouw Floor heeft er een kleur van. Haastig gaat ze weer naar binnen.
Ze willen niet dat er kinderen bij zijn. Ze praten er niet eens over als wij het kunnen horen. Soms zijn ze ineens stil als ik binnen kom.
Gisteravond op school waren er lichtbeelden, over België. Er was speciaal een meneer voor gekomen, met een toverlantaarn. Plotseling zei hij: 'En nu, meneer Feber, wil ik wel eens zien of u nette kinderen op uw school hebt. Als ze goed zijn opgevoed, kijken ze zonder te lachen of te schreeuwen naar het plaatje dat nu komt en dat alleen voor grotere jongens en meisjes geschikt is.'
We deden vanzelf onze armen over elkaar en onze monden dicht, dan kon hij zien dat hij zich niet vergiste. Wat zou er komen?
Is dat alles? Een jongetje met zijn pikkie bloot en een straaltje er aan. Manneke Pis, zegt die man.
'Ik maak u mijn complimenten over uw kinderen, meneer Feber.'
In het zwembad waren ze ook doodstil, met afzwemmen. Het ligt aan de Hamerkade en is net een kooi, die ze in het water hebben neergelaten. Achter de trahes blijft van alles drijven: hout, een dooie hond, drolbaarzen. Maar juist die keer dreef er een neverrippie, midden in het bad. Voor we mochten beginnen moest de badmeester het er eerst uithalen. Alle vaders en moeders, die aan de kant stonden, keken angstig. Het is nog nooit zo stil geweest in het zwembad.
Ik heb ze wel meer in het bad zien drijven. Achter de dijk
48