'Siem, hier is jullie nieuwe collega.'
De man keek mij spottend aan door een bril die op zijn neus was gezakt, en zei: 'Siem Terpstra. Stenograaf eerste klas, of wel: wrakhout dat hier is aangespoeld. Drama in vier bedrijven.'
'Luister maar niet naar hem,' mompelde Bollé, 'hij is niet goed snik.'
Haastig liep de chef terug naar de steno-afdeling, gaf mij een wenk dat ik hem moest volgen.
'Die cellen daar/ en hij wees naar drie deuren naast elkaar, 'daar zijn de telefoons in waarop wordt doorgebeld.'
Hij deed de deur van een cel open. Boven de telefoon hing een koptelefoon.
'Dan heb je de handen vrij om te stenograferen en je stenoblok vast te houden.'
Terwijl ik achter Bollé aanliep duwde iemand me opzij, sprong met twee treden tegelijk een trapje op in de richting van de redactie en schreeuwde: 'Richards uit Londen, moet nog mee in alle edities.'
Wij vervolgden onze weg, door een grote zaal met een wirwar van bureaus. Redacteuren, mannen en vrouwen, zaten te typen, praatten, telefoneerden, een enkeling, met zijn voeten op een bureau, riep een grapje naar iemand verderop.
'Ik zal je even voorstellen aan de chef binnenland/ zei Bollé. Een lange man keek haastig om, drukte me de hand en zette zijn gesprek met een ander voort.
We bleven bij een bord aan de wand staan.
6i