Van die woning, dat is wel een gemene streek. En we vragen ons voortdurend af wie die kan hebben geflikt. Een neef is bestuurder van die woningbouwvereniging, en we hadden er nog wel op vertrouwd dat hij een goed woordje voor ons zou doen. Moeder beweert dat hij het geweest is, en vader wordt driftig, want hij wil er niets van weten. Maar aan tafel vertelt hij een oud jiddisch geintje, van een rebbe in Polen, die een cliënt moet verdedigen voor de rechter, omdat hij heibel in de familie heeft gehad. En dan begint hij zijn pleidooi:
'De misjpóge van mijn cliënt heeft...'
De rechter onderbreekt hem en vraagt: 'Misjpóge, wat is dat, misjpóge.'
'Zum Kotzen', antwoordt de rebbe.
Misjpóge, zum Kotzen. Dat geeft te denken. Maar als ik er verder naar vraag, antwoordt vader driftig dat het nou wel mooi is, dat ik later zelf maar moet ontdekken wie het geweest is.
Mijn neef van de woningbouwvereniging is een vurige sociaal-democraat. Zou hij ons hebben verlinkt uit angst voor zijn baantje, bang dat hij er op zou worden aangezien dat het bij ons niet netjes genoeg is?
En die woningbouwvereniging, dat zijn nota bene ook socialisten, voor de arbeiders.
Ik heb het er vreselijk moeilijk mee. Het is net alsof er een scheur in de familie is gekomen, alsof er socialisten zijn wie het om hun baantje te doen is, en anderen die voor een betere wereld vechten.
Om er wat meer van te snappen, ben ik lid geworden van een sociaal-economische studieclub van de vakbond. Een zekere Spiekman heeft er de leiding. Zijn vader was een bekende socialist in Rotterdam, net als Frank van der Goes, net als Henri Polak een van de twaalf apostelen. Zijn zoon werkt bij de Internationale van handels- en kantoorbedienden.
47