maar het is nu eenmaal een gekke toestand en ik moet dus maar zo'n beetje op eigen houtje gokken. Kopen kan ik nu eenmaal niets, op het ogenblik, en daardoor is mijn keus erg beperkt. Toch hoop ik (en denk ik) datje helemaal instemt met wat ik heb 'bedacht', omdat het toch ook uitdrukking geeft aan de eenheid tussen ons en de kinderen. Het wordt nu een korte brief, vandaag, echt jammer, maar het is 'voor een goed doel', zullen we maar zeggen...
Er is hier de laatste tijd ook 's avonds wat afleiding, dat is wel prettig. Vrijdagavond waren er schoolfilms, volgende week komt er weer een ontspanningsvereniging-
Dat is het al weer. Heel veel liefs, Sal.
De brief bestond verder uit Sinterklaasgedichtjes voor de kinderen, die een cadeautje uit mijn boekenkast mochten nemen.
Amsterdam, 4 december 1960
Liefste Bep en kinders,
Als ik de storm hier hoor loeien, denk ik: het zal op het Geuzenveld nog wel erger zijn. Hoe doet de olie-haard het nu? Nog last met dit weer, of zijn alle kwaaltjes verholpen? Mal hè, maar ik ben er blij om dat ie kerstdag en nieuwjaar op een zondag vallen. In het normale leven is zoiets een tegenvaller, maar in de cel zijn zulke dagen het vervelendst. Ik heb nu pas uitgelezen: Sporen in het zand, van Hans W. Richter. Als het in de leeszaal is zou je het eens moeten nemen, Bep. Het is een bijzonder aardig boek en beschrijft de jeugd van een jongen in een vissersplaats, waarschijnlijk de schrijver zelf. Bart zou het ook kunnen lezen. Gisteren heb ik moeder op haar brief geantwoord, ze zal dat wel
96