Dapper zijn omdat het goed is

Amsterdam, 7 augustus 1960

Liefste Bep en kinders,

Zondagochtend, zojuist wezen luchten. De verjaar-dagenweek zit er weer op. Gisteren kreeg ik nog jullie gelukwensen met gedroogde duinplanten, jouw brief, een brief van Bram en Miep en een mededeling dat Jo namens m'n collega's ƒ 10,— op mijn kantinerekening had gestort als veijaarscadeau. Dat was toch wel erg leuk. Ook de telegrammen op m'n verjaardag hebben me bijzonder getroffen. Beppeke, zou jij Jo willen bellen en alle collega's willen bedanken voor hun medeleven? Zeg maar dat ik het erg fijn heb gevonden, en dat zoiets een hele steun voor me is. Wil je tante Mietje ook nog bedanken voor haar kaart en haar het beste wensen met ome Manus? Ten slotte, Bram en Miep m'n hartelijke groeten en dank overbrengen? Jullie gelukwens met de bloemen hangt nu voor me, met jullie foto's en kaarten. Ik ben blij met die ƒ 10,— op m'n kantinerekening. Jou onder deze omstandigheden steeds om kantinegeld vragen, doe ik niet graag. Maar toch, iets geld heeft men wel nodig. Ik doe heel zuinig, rook niet meer, het snoepen beperk ik tot een rolletje pepermunt per week, maar er zijn altijd kosten. Overhemd wassen (0,75!) krant, weekblad, fruit (en dat moetje wel nemen, want dat krijg je hier niet), terwijl het eten (vaak kool en bonen) niet zo rijk aan vitamine is. Vorige week een dubbelstekker voor m'n scheerap-paraat, komende week moet ik m'n schoenen laten maken. Je ontkomt niet aan zulke uitgaven. Beppeke, ik ben erg blij dat je contact hebt opgenomen met mr. Smeets i.v.m. de brief die je van de A.P. zou krijgen. Jij zit met de zorg om het gezin op het ogenblik, je doet het rustig en verstandig, en ik wil niet graag overal m'n neus in steken. Ik kan me voorstellen dat je een

54