doen, spijt te betuigen omdat dat een paar maanden kan schelen, ik walg er soms van. Maar kom, laat ik al die dingen voor het moment vergeten. Het is mooi weer, en het is vast gezellig op het Geuzenveld. In gedachten ben ik toch steeds bij jullie, op welk ogenblik ook. We knokken ons er wel door, en dat moet ook. Wil je de Blaauws de groeten doen, Bep? Leuk dat Wim met Bart naar de rai was.
Dat is het dan weer voor vandaag. Tot donderdag maar weer, heel veel liefs van Sal, Papa.
De minister: Minister Beerman.
Amsterdam, 5 maart 1961
Liefste Bep en kinders,
Gisterenmiddag ontving ik bij wijze van verrassing de mooie kaart van het galopperende paard, die nu voor mij hangt. Waren jullie de stad in en hebben jullie die toen gekocht en aan het Huis van Bewaring afgegeven? Of hadden jullie de kaart al eerder, en heeft Bart die tijdens een zaterdags ritje naar de stad meegenomen? Dat moeten jullie me donderdag vertellen hoor! Ik vond het zo leuk, die verrassing gisterenmiddag, en dan loop je te denken: zouden Bep en de kinderen nu in de stad zijn en langs het Huis van Bewaring zijn gegaan, of heeft onze trouwe Bart er speciaal een ritje voor gemaakt? Zulke gedachten geven een speciale bekoring aan de verrassing, maar toch wil je de oplossing weten. Wel, ik zal geduld moeten hebben tot donderdag, zoals ik al zoveel geduld heb moeten opbrengen in tal van dingen. Je brief ontvangen, Bep, met de door Bart geschilderde kop, die nu mijn cel siert. Hij hangt naast een kalender met een gezellige
136