overwegingen 'dat de rechtbank daarbij in aanmerking neemt dat sluiting van het gerechtelijk vooronderzoek omstreeks begin april 1961 kan worden verwacht'. Uit deze ene overweging blijkt reeds hoezeer ik gelijk had toen ik jullie donderdag op het hart heb gedrukt, je vooral geen illusies te maken. Dit is nu al de derde sluitingstermijn die ik in de loop van die 8! maand (zij het de twee vorige keren minder officieel) heb gehoord. We zullen wel zien. En we geven de moed niet op hoor! Ik las in je brief, Bep, dat 'hoe langer hoe meer mensen in de buurtje vriendelijk gaan groeten'. En ofschoon het niet voor ze pleit dat ze dat eerst niet hebben gedaan, blijkt er wel uit hoezeer de publieke opinie gaat voelen dat er iets niet klopt in deze zaak. Dat zal tijdens de rechtszitting, die toch eens moet plaatsvinden, ook wel blijken. Of we moeten nog het schandaal beleven, dat die met gesloten deuren plaatsvindt, zogenaamd ter wille van onze veiligheid. Als de schijn maar gehandhaafd wordt, want juist met onze veiligheid heeft men voor onze arrestatie de spot gedreven. En dat het mogelijk was, dat er na mijn arrestatie een vreemd document in mijn dossier is terechtgekomen bewijst wel, dat men heeft gemeend, rustig het spel van kat en muis te kunnen voortzetten. Enfin, ze doen maar wat ze niet laten kunnen. Trekken jullie je al die publikaties niet te zeer aan, hoor! Wat jammer Bep, dat ik je vrijdag niet heb gezien, ik hoorde datje in het Paleis van Justitie was. M'n wang is al veel minder dik, hoor, de zaak was door die trekkerij echt geforceerd. Zo in je eentje kun je dan wel eens medelijden met jezelf krijgen, en dan scheld ik mezelf uit voor slappeling en moet ik plotseling lachen. Want het lachen ben ik niet verleerd, hoor Bep. O nee, een kniesoor ben ik gelukkig nooit geweest en zal ik ook nooit worden.
134