Daar gaat de bel voor het eten. Gauw de brief afmaken, die kan ik dan aan de bewaarder meegeven. Intussen heeft de Algerijnse kwestie een dramatische wending genomen en gaat een beslissing tegemoet!
Lieverds, tot donderdag weer, heel veel liefs, Papa.
Amsterdam, 25 december 1960
Liefste Bep en kinders,
Gisteren ontving ik de mooie kaart met jullie nieuwjaarswensen, die nu mijn cel versiert. Ik was er echt door ontroerd. Vanmorgen kreeg ik een kaart, een bloempot met kersttakken en een kaarsje, uit kleurig papier geknipt door een meisje van een kleuterschool, Ria Hermanns staat erop, leuk. Het deed me denken aan Kerstmis in Montevideo, toen vreemde kinderen, die kennelijk 'voelden' dat ik alleen was, me op kerstochtend een ingelijst prentje gaven. Het was een godsdienstige uitbeelding, en mooi was het ook niet, maar ik was er toch door getroffen omdat ik het van kinderen had gekregen, en ik heb het lang bewaard. Ik heb zojuist de huismeester gevraagd, of ik onze Kaatje de kaart van die kleuter mocht sturen door hem in de brief te sluiten, dat was goed, en de kaart vinden jullie als er, naar ik hoop, ook verder geen bezwaren zijn, hierbij.
Terwijl ik dit schrijf wordt er een pakje gebracht van de Jonge Kerk. Ik zal even vertellen wat erin zit: een sinaasappel, een appel, drie repen (twee super-melk en één koffie met roomsmaak), een kerstbroodje, een banaan, een kaarsje, drie rolletjes snoep (pepermunt, drop en Rang), een zakje koekjes (speculaas en kerstkransjes), twee suiker-kerstkransjes (waarvan ik er een al heb opgesnoept) en een zakje chocoladehagelslag. In mijn
105