Amsterdam, 18 december 1960
Liefste Bep en kinders,
De brief aan jullie, het liefste wat er voor mij op deze aardbol bestaat, betekent altijd dat ik me ontspan in de letterlijke zin van het woord. Ik ben dan helemaal met jullie samen, babbel honderduit, vaak over doodgewone dingetjes, en voel me dan het gelukkigst. Zo is het ook nu. Wat zag jij er donderdag vermoeid uit, Bart, het is maar een geluk dat de kerstvakantie voor de deur staat. Neem het er maar eens lekker van, hoor. Ik trakteer jullie drietjes met de vakantie op een bioscoopje, in die tijd gaan er meestal wel gezellige films voor alle leeftijden. Doen, hoor! En daarna nog iets lekkers nemen, limonade en een taartje of zoiets. En maken jullie je over mij geen zorg. Ik heb nu weer zoveel dingen waar ik over loop na te denken en bovendien zulke goede boeken, dat het me nu toch spijt dat een van de kerstdagen op zondag valt. Want ook met drie feestdagen achter elkaar had ik elke minuut ten nutte weten te maken. Soms lig ik nu 's nachts wakker, niet omdat ik zou piekeren of niet zou kunnen slapen, maar om eens rustig over allerlei dingen na te denken. Na een uurtje draai ik me dan weer op m'n zij en val meteen in slaap, heus waar, hoor. Trouwens, slaap kom je hier niet tekort. 9 uur pitten achter elkaar had ik sinds m'n jeugd nooit meer gedaan. Naar de radio luister ik 's avonds niet meer, tenzij er iets goeds is, anders vind ik het zonde van m'n tijd. Maar vanavond luister ik wel, Marie Cecile zingt Amerikaanse negerliedjes. Zij is bijzonder goed. Als je zo een maand of wat geregeld naar de radio luistert merk je pas goed wat een clichégedoe het is. Fantasie zit er nauwelijks in, het is elke keer hetzelfde. En dan te bedenken wat voor mogelijkheden de radio biedt! Maak je geen zor-
102