Uit Mauthausen kwam de eerste brief: 'Doe de groeten aan Diemen.'
'Is het zo erg?' vroegen wij ons angstig af. Diemen? De joodse begraafplaats?
'Er komt een grote razzia vannacht.' 'Hoe weet je dat?' 'Mijn buurman is bij de politie.' 'Mijn neef bij de ondergrondse.' 'Ik heb het zelf gehoord.'
'Er was Grüne Polizei bij je ouders aan de deur. Met een lijst. Voor jou en je broer. Ze zijn weer weggegaan toen er niet werd opengedaan.'
'In elk geval kun je vannacht niet thuis slapen, Sal.' 'Waar moet ik dan heen, Bep? Het is nergens veilig.' 'Probeer het in de Slingerbeekstraat.'
De deur werd op een kier geopend. 'Mag ik even binnenkomen?' 'Moet je niet werken?'
'Nee. Ik ben gewaarschuwd. Ze gaan weer joden arresteren. Kan ik vandaag hier blijven?'
'Een uurtje, niet langer. Mijn vrouw moet 's middags rusten. Dat weet je toch?'
In het donker liep ik langs de huizen, er haast tegenaan gedrukt. De aktentas had ik bij me. Er zat een pyjama in, een tandenborstel, een handdoek. Waarom was ik niet thuis gebleven? Lopen leuren bij mensen of je er terecht kan. Waarom het er niet op aan laten komen? Wat dan nog?
83