heidsfront van onderop tot levende werkelijkheid geworden. Een groepje jonge osp'ers...'
Mensen draaiden hun hoofd in onze richting. Een vrouw stootte haar man aan.
'... ja kameraden, een aantal jeugdige leden van de osp heeft vandaag deelgenomen aan onze demonstratie tegen de regering-Colijn en bevindt zich thans onder ons. Zij wensen zich niet langer te laten bedriegen door hun linkse sociaal-fascistische leiders.'
'Jullie hadden er niet het recht toe om aan die demonstratie deel te nemen', verweet onze voorzitter ons. Daar had je het al. Het stond nog in hun krant ook. 'De straat is vrij', antwoordde ik koppig. 'Maar jullie zien dat ze er gebruik van hebben gemaakt om ons in de rug aan te vallen.' 'Dat was onze bedoeling niet.'
'In elk geval verlangt het bestuur dat zo iets niet meer gebeurt.'
Dat ook nog? Godallemachtig, wat een kouwe drukte. Zou ik weigeren? En nog meer gedonder om niets? 'Goed', zeiden wij. En voelden ons zwaar genomen.
Eenheid
'Weg met kwartjes-Romme', riepen de opstandige werklozen uit de Jordaan, tijdens de warme julidagen van 1934. 'Colijn verdwijn!'
3i