OOM HENK
Uit de cel in de Kamer
'Jij blijft op de hoek staan. Maar let goed op. Ze rijden zonder licht, hun fiets heeft een dubbele stang. Als er onraad is, fluit je drie keer. Ik ben werkloos en kan geen bekeuring betalen. Sta dus niet te suffen.'
Die waarschuwing was niet nodig. Het was 1933, de osp bestond al bijna een jaar. En ik was meteen lid geworden bij de oprichting. Aspirant. Voor gewoon lidmaatschap moest je achttien zijn. Ik had al geplakt, gekalkt, gepost. Geen enkele partij was zo actief.
Het ging fijn die avond. Overal hingen onze biljetten:
fascisme is moord stemt osp
voor het socialisme nu kiest piet schmidt
Wij zouden minstens tien zetels krijgen in de Kamer, nou ja, misschien acht, de eerste keer dat wij deelnamen aan de verkiezingen. Wie geloofde er nog in de sdap? Iedereen kon zien dat het reformisme had gefaald. In Duitsland hadden ze de weerloosheid gepreekt met hun ge-lei-de-lijk-heid. Het eenheidsfront met de communisten, dat mocht niet. Dictatuur en dictatuur is één, beweerden zij. Maar het Duitse kapitaal had maling aan de democratie. Acht miljoen werklozen waren veel te gevaarlijk.
27