Celgedichten van Mien Sneevliet
geschreven in het Huis van Bewaring aan de Amstelveen-seweg te Amsterdam, na haar arrestatie op 6 maart 1942, samen met Henk Sneevliet.
Van Roosendaal naar Amsterdam
Zeg weet je het nog, hoe wij hebben gezeten Het was onze allerlaatste tocht Stijf onze handen ineengestrengeld terwijl 'k in je ogen jouw innerlijk zocht.
We wisten het beiden het was het laatste Toch waren we dapper en sterkten elkaar Hoe goed was het toen met z'n beiden te wezen Wat was ons lot ons toch duidelijk en klaar.
6 maart
Voor Betty, m'n bewaakster
Terug van laatste bezoek aan Henk
10 april 5.30 uur 's avonds (de dag van het afscheid)
Neergebeukt, ineengezonken zat ik op die wanhoopsdag In mijn droeve ogen blonken tranen om wat ik nooit meer zag.
IIZ