flink gehouden had en wist ik heel diep in mezelf, dat Je een dappere vrouw bent met innerlijke kracht. En blij was ik toen Je me zei, dat onze ring aan Jouw vinger blijft, Je gehele leven! En ik dacht uit, dat Je na het herkrijgen van Je vrijheid nog een ring zult aanschaffen, waarin het haar verwerkt zal worden, dat Je uit mijn grijzende baard hebt geknipt! Ook die ring zal een datum krijgen, die van ons laatste korte samenzijn op 10 April 1942! Die nieuwe ring zul Je aan dezelfde vinger dragen. Je zei terecht: 'Er was zo heel veel goeds in die 13 jaar van samenleven.' Dat was er ook en het bewustzijn daarvan is in ons zwerversbestaan wezenlijk gegroeid, dus sedert Mei 1940! Zware dagen hebben wij gekend bij de dood van Pim en Pam. Gemeenschappelijk gedragen leed maakte de bindende krachten sterker dan alle storende invloeden, die nooit van Jou maar wel van mij afkomstig waren en die Je me nu voorgoed vergeven hebt.
Zolang als Je bij me was — dertien jaar — wist ik heel goed, dat de liefhebbende Vrouw en zorgende Moeder Je eigen wezen uitmaakten. Als kind leerde Je weinig in scholen maar een goed, gezond verstand was Je meegegeven in het leven. Dat heb ik zo vaak kunnen vaststellen en weet ik nu beter dan ooit.
Dat zal Je grote diensten gaan bewijzen bij het verwerken van Je leed, het niet meer om Je zijn van Jouw 'dikkop'. Het zal Je in evenwicht brengen en Je bereid maken om niet alleen een weg door het eigen leven te vinden, maar ook nog bron van kracht te zijn voor Jouw Bep, die haar Moeder zo sterk nodig heeft. Vaster dan ooit zal Je aan haar gebonden zijn en het grote genot smaken van veelvuldig contact met Je kleinkind, het heerlijke meiske dat me met Haar Moeder, Jouw Bep zo fijn goêndag heeft
107