In de verhalen van zijn nieuwe bundel Een slecht geweten overziet Sal Santen (1915)nogeensenkelebelangrijkeepisodesinzijnleven: zijn joodse jeugd in het Amsterdam van de jaren twintig, het niet aflatende gesappel om werk te vinden en te behouden, de ingrijpende gevolgen van de oorlog voor hem persoonlijk, zijn optreden als trotskistisch partijgenoot en in het verlengde daarvan zijn vijftien maanden durende gevangenschap beginjaren zestig vanwege hulp aan het Algerijnse verzet, en ten slotte zijn ervaringen als echtgenoot en vader, en als schrijver.
Daarbij geeft hij geen omvattend beeld van die perioden, zoals in Heden kijkdag, Kinderdief, De B van Bemazzel en Poste-restante Rood, maar licht hij er kleine aangrijpende voorvallen uit, zoals een gesprek met een medegevangene, herinneringen aan in de oorlog omgekomen familieleden, of een mislukte poging brieven van zijn jonggestorven zusje Saartje in het Letterkundig Museum onder te brengen.
Het onderliggende motief in de verhalen blijkt steeds een ondefinieerbaar schuldgevoel: 'Dat gevoel droeg ik altijd bij me, al wist ik dat anderen er niet zo overdachten, en dat het onzin was. Hoe raakte je het kwijt? Het moeilijkste was datje niet wist waarde schuld lag.'
ISBN 90-234-3153-7