'Zal je met pootjebaaien vooral niet te ver in zee gaan,' waarschuwde moeder terwijl zij de punt van de handdoek versterkt met het omgebogen gedeelte van een haarspeld in mijn oor ronddraaide, steeds dieper om de laatste restjes op te sporen.
'Au,' riep ik, duwde haar hand weg, wilde me losrukken.
'Je kan niet als een vuilpoes met het schoolreisje mee. Kom hier zeg ik je,' en ze greep mijn kin beet. 'Wat moet de meester wel van ons denken als hij ziet dat er smeer in je oor zit.'
Toen ik bleef protesteren stak Saartje haar tong tegen me uit en spotte: 'Doe niet zo kinderachtig, kind.' Kind nog wel tegen mij en ik werd over twee maanden al acht. Ik wilde haar een stomp geven, maar vader zei dat ik mijn handen thuis moest houden. Ook Maurits was erbij komen staan in de kleine keuken. Als hij me wilde pesten, nou, dan zou ik hem ook een duw geven. Hij bleef echter aandringen totdat ik naar hem luisterde: 'Wil je schelpen voor me meenemen?' vroeg hij, en ik beloofde het nadrukkelijk. 'Je hand erop?' 'Mijn hand erop.'
Intussen was moeder aan mijn tweede oor begonnen. Ik schoof bij haar weg, gleed met mijn schouder tegen de rand van de zinken tobbe en begon te schreeuwen.
'Die jongen is gisteravond pas in de tobbe geweest. Laat hem toch...' suste vader.
'Je weet wat ze van de jidden zeggen,' hield moeder vol, 'een ander mag gerust lopende oren hebben, als ze bij ons een spetje zien...', maar nu werd vader kwaad: 'Laat die onzin toch. Moet je dat kind zijn dag versjteren.'
Moeder begon te huilen.
'Je weet wel beter,' zei ze nauwelijks verstaanbaar, 'kan het bij ons dan nooit zonder al die emoties.'
Ineens waren we weer blij. Het grote ogenblik waar ze gisteravond aan tafel al over hadden gesproken was aange
17