3• Maria Hunink
Maria Hunink had het tijdens het proces tegen Michel Raptis en mij voortdurend met zoveel hartstocht voor mij opgenomen, dat op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis werd beweerd dat zij verliefd op mij was. Jaren later, toen ik allang niet meer actief was, en mijn eerste boek Jullie is Jodenvolk had geschreven, had ik het gevoel dat zij mij wilde beschermen tegen de buitenwereld. Zij was bevriend met Albert de Jong, de bekende anarchist en stenograaf bij wie ik enige jaren gewerkt had, en van hem hoorde ze veel goeds over mij. Ik was zijn beste kracht geweest, beter nog dan Drees, de latere minister-president, die ook bij hem gewerkt had, en dat was een heel compliment. Veel belangrijker vond Maria Hunink mijn hulp aan de Algerijnse bevrijdingsstrijd. Maria Hunink was een opstandige meid, kun je wel zeggen. Ze was koppig en hardnekkig en niet klein te krijgen.
Maria Hunink was familie van de beroemde worstfabrikant Anton Hunink, maar ik weet niet of ze zijn dochter was. Ik heb het haar nooit durven vragen. Ze vergeleek Anton Hunink met mijn vader, die ze alleen uit mijn boek Jullie is Jodenvolk kende. Volgens haar was er een sprekende gelijke
26