overwinning behaald en werd Algerije onafhankelijk van Frankrijk.
Maar er is meer dan dat. In de Vierde Internationale werd, tijdens de gevangenschap van Raptis en mij, door de opportunistische leiding van Ernest Mandel cum suis de kant van Mao Tse Toeng gekozen. Mao Tse Toeng was de held, en zijn culturele revolutie was een vorm van permanente revolutie, zo beweerden zij, en niet een terugval op het stalinisme.
Het was in die tijd, tijdens het verblijf van Michel Raptis, eerst in Marokko en later in Algerije, dat er een nauw contact tot stand kwam tussen ons en de Chinese revolutionairen. Michel Raptis had regelmatig contact met hen in de Chinese ambassade. Ik was in 1962, een jaar na mijn vrijlating, bij Michel Raptis in Rabat. Daar vertelde ik hem van het Sneevliet-archief, dat zich in Amsterdam bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis bevond, en waarvan een belangrijk deel betrekking had op de periode dat Henk Sneevliet als vertegenwoordiger van de Communistische Internationale in China was geweest. Het archief was in het bezit van Mien Sneevliet, en ik zou zeker uit haar naam spreken, als ik 'de Chinezen' aanbood er kennis van te nemen.
Zo is het ook gebeurd. Maar voordat het zover was, kwam de macht in China geheel in handen van de half-stalinistische bureaucratische tendens, en in Algerije gingen zij de richting steunen van Boumé-
24