56 ARMOEDE EN ONDERLING HULPBETOON.
tróle. Sociale hulp en armenzorg is moeilijk uit elkaar te houden.
Wie van de duizenden verpleegden in de ziekenhuizen van de Gemeente of in de gesubsideerde ziekenhuizen heeft het gevoel, tot de bedeelden te behooren?
De Geneeskundige Dienst, met zijn staf heel-en verloskundigen, deskundigen voor speciale behandeling, vroedvrouwen en verpleegsters, brengt de geneeskundige zorg, maar ook de sociale en hygiënische opvoeding, waaraan het volk zoo zeer behoefte heeft.
De overheid is, hoeveel kwaad men ook van haar moge zeggen, in menig geval de eenig mogelijke uitkomst.
En de kosten van Armenzorg? Wanneer men daaronder verstaat den zuiveren financieelen last voor de Gemeente, dan neemt men van 1800 tot 1830 een daling waar van ƒ 4.59 per hoofd der bevolking tot ƒ 1.87. Eigen inkomsten en schamele steun hebben op deze daling invloed gehad. Na 1830 stijgen de uitgaven weer tot ƒ 2.19 in 1855, waarna een daling van ongeveer een vierde intreedt, als gevolg van de voorschriften der Armenwet van 1854.
Het Burgerlijk Armbestuur kon tot 1870 de bedeelden uit eigen middelen helpen. Gemeente-