47
DE ECONOMISCHE TOESTAND
ten huize van den heer Beeremans, Lindegracht, werd sterk de gedachte van een eigen vakorganisatie gepropageerd. De Christelijk-Nationale Werkmansbond stelde zich niet tevreden met vakorganisaties, wier deuren openstonden voor de arbeiders van positief Protestantsche belijdenis. Hij verklaarde zich voorstander van vakverenigingen naar de verschillende kerkelijke groepen. Zoo ver ging men echter niet; men sloot zich in 1894 aan bij den Christelijken Werkmansbond, die in 1890 te Rotterdam was gesticht.
In 1868 bestond te Amsterdam reeds een af-deeling van de St. Josephs-Gezellenvereeniging. Zij was de voorloopster van den Roomsch-Katho-lieken Volksbond, die, in 1888 opgericht, voornamelijk te Amsterdam zijn jaarvergaderingen hield, welke den weg bereidden voor de Vakcongressen. Op het tweede vakcongres uitte zich de wensch naar vakorganisatie van eigen richting zeer sterk. Met groote instemming aanvaardden de afgevaardigden het stelsel van geestelijke adviseurs.
Het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond, in 1871 opgericht, vertegenwoordigde de nationale richting. Het werd, zooals een veelbelovend kind, vertroeteld en van vele zijden bemind om zijn sterk uitgesproken anti-socialistische tendenz.