Amsterdam en zijne bevolking in de negentiende eeuw

Titel
Amsterdam en zijne bevolking in de negentiende eeuw

Jaar
1920

Pagina's
270



24    UITBREIDING VAN AMSTERDAM-

onder er velen zullen zijn, die morrend hun be-lastingpenningen offeren, weinig vermoedende, als zij ten minste op het leven gesteld zijn, hetgeer met normale menschen als regel het geval is, hoe weinig zij voor eiken dag verlenging van der levensduur betalen.

Stellig en gelukkig ligt ergens de grens. Zal wanneer wij schrijven, dat zij thans bereikt is, dt geschiedschrijver over honderd jaren zich daai over vroolijk maken?

Het is wel van zeer groote beteekenis, dat tol 1890 het sterftecijfer in de stad hooger was dan dat van het geheele land. In het tijdvak 1840— 1849 was het verschil, ten nadeele van Amsterdam, 10,47. Na 1890 keerde de verhouding om. Het nadeelige verschil veranderde in een voordeelig. Het plus 10,47 veranderde in een minus van 1,06.

Dat wij in Amsterdam ouder worden, blijkt ten slotte wel hieruit, dat er in 1849 op elke 1000 inwoners 40 waren tusschen 65 en 79 jaar; in 1909 waren er van deze categorie 48. Boven de 80 jaren is een vermeerdering vast te stellen van 5,2 op 6,9.

Geen sprookjes dus meer van den goeden ouden tijd, waarin de menschen veel ouder werden dan heden ten dage!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.