l8 UITBREIDING VAN AMSTERDAM.
het aantal huwelijken relatief toe- of afgenomen is. Vraagt men het „the man in the Street,” dan is hij met zijn antwoord dadelijk gereed. Hij zal zeggen, dat in onzen verdorven tijd bij de heerschende zedeloosheid het aantal huwelijken belangrijk is verminderd. Toch leeren de gegevens onomstootelijk het tegendeel.
Het Bureau voor de Statistiek heeft het aantal voor de eerste maal huwenden over 1859 met dat van 1909 vergeleken. Het blijkt per 1000 te zijn gestegen van 22,2 op 23,1. Geheel juist is dit cijfer niet, doordien de leeftijdsverhoudingen zich eenigszins hebben gewijzigd. Neemt men gelijke verhoudingen aan, dan nog is er een stijging van 22,2 op 22,6.
Dus: stijging van het percentage huwelijken en, zooals uit het cijfer van het aantal weduwen en weduwnaren blijkt, langeren duur van het huwelijk. Geheel verdorven is het huidige geslacht derhalve nog niet.
De cijfers van het aantal huwelijken van een honderd jaar geleden, zijn niet goed te hanteeren, omdat de sterk veranderlijke sociale verhoudingen na de Fransche Revolutie en het daarop volgende Napoleontische tijdperk, den huwelijkslust niet sterk aanmoedigden. Schommelingen van 1 gehuwd paar op 86 inwoners tot 1 paar op 115 in-