Barmitswohfeest. Want het bestuur van de vereeniging waarvan ze lid waren en die de kosten droeg van de begrafenis, verzorgde de dingen in stijl, was wel zoo handig geen rijke kooplui te kiezen voor ’t dragen van een doodarm lijkje. Als je jaren zulke dingen hebt gedaan, weet je hoe ’t hoort. Een stevige winkelier, een nette huiseigenaar of andere lui die bijvoorbeeld van hun rente leven, kun je dan niet aan gaan zeggen, dat ze voor drager moeten spelen in zoo’n familie. Je kiest dan kleur bij kleur. Achter zaten Moeder en de jongens. Van een deel van ’t sjiwwe-geld 1) waren nieuwe hoeden gekocht, rouwbanden rond de bollen gemaakt en ze hadden schoone boorden om en ieder een nieuwe witte das.
Moeder zat te snikken met verschreide oogen, in *n hoek van ’t kamertje voor ’t raam van de binnenplaats, ’t Ouwe rieten hoogrugde leunstoeltje kraakte bij iederen snik, waar ze, in zwart, gebogen neerkromde in ’t schemerende hoekje, de oogen bettend met een schoone bonte schort, al weer en driftiger met droge puntjes blauw.
Enkele jodenvrouwtjes waren weer gekomen, in overdreven troostzin, onwelkom in werkelijke droefenis. Zoo weggeloopen van ’t huiswerk, met vuile schorten voor en slordige bandeau’s op, ’r vertroostingen zeggend met huilerig gemompel, doorschuifelden ze de kamer met V vreemde, heftige getreur.
Joopie en Izak, klaar, enkel af wachtend yt sein om in te stappen, stonden elkaar verwijten te doen over ’t huilen waarmee ze Moeder al meer overstuur maakten. Moos alleen
1
Sjiwwe = letterl. zeven ; de zeven treurdagen ’t sjiwwe-geld is deuitkeering der vereeniging voor de schade der dagen.