Jankef's jongste

Titel
Jankef's jongste

Jaar
1930

Pagina's
436



van zijn voorhoofd en den binnenkant van zijn pet, en zegt wat: „Mooi zoodje hè? schwanzmajoor? een pracht van een meubelmagazijn niet? o dat dacht ik soms.” Als Eli verlegen lacht: „Lacht precies als oome Salomon zijn ovend-sjoof, als het op het plaatsje staat, z’n beetje gras te bekken potverdomme; nou, zullen we gauw voortmaken, kunnen we eerst ’s allemaal een boterham eten.” Het ovendsjoof, het avondschaap van oome Salomon, is het geitje dat die in zijn arme slagerswinkeltje wekelijks slacht en aan zijn haken hangt als prachtig blank scha-penvleesch; het wordt ’s avonds in donker overgebracht, vertelt vader, en dus noemen zij het een ovendsjoof. „Vader,” deed Eli verleden weck de anderen lachen, toen hij weer zoo’n mager krengetje bij oome Salomon had zien hangen, „oome Salomon heeft weer een „Ovendsjoof”.

„Ozoo, vertel het maar niet verder, want dat is een grapje onder ons hoor, dat is niet voor publikiteit bestemd.” Het is een vriendelijk pauzetje, maar het redt Eli niet, want lang duurt die holle opwinding van een uitzonderlijken kruiers-arbeid, waarvoor aan geen hunner eenige rappe vaardigheid eigen is. Allen aan de materie even vreemd, geen gaaf eind touw ooit, geen enkel geschikt gereedschap, geen zeil tegen den regen, zelfs niet voor de schimmelige boeken, die als het gietregent, met oude lappen en kleverige klecren gedekt worden — zoo vechten zij, honen zij cn lachen zij weer vroolijk berustend jegens elkander, om die onmacht waarmee zij juist de materie in ergsten graad te hanteeren krijgen. Woedende uitvallen van Jankef tegen de jongens.

En dadelijk weer de milde lach met hen, om de uitbundigheid, w'aartoe de blik op de dwaze situatie hem of een van de anderen prikkelt, over de smartelijke zweetdruppels heen. De jongens, met scheldwoorden onderling, apenjankef’s vaderlijkheid tegen elkaar na; maar omdat de stukken, vaak grooter dan zij, ver boven hen uit, topzwaar vóór hun buiken, hun kleine lichamen te machtig af zijn, lossen de wanhopige heftigheden zich dadelijk weer op in bevrijdende schaterlachen; en zij sjouwen radeloos onhandig, stooten tegen de deuren, breken de rui-7i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.