Jankef's jongste

Titel
Jankef's jongste

Jaar
1930

Pagina's
436



VOORPROEFJES

Tante Klaare zit er bij, terwijl oome Louis bezig is, het bed in orde te brengen. De knappe man met om zijn bleeke gezicht zijn zwarte baard die al in een klein hoekje grijs begint te worden, heeft zijn bijzondere aandacht. Want met die mond-opening tusschen zijn baard en bovenlipbegroeiing, zingt hij zoo prachtig in Sjoel, als hij, de sjammes (koster), meneer Meijer afwisselt op sjabbes- en ook op Jomtef-dagen. Hij heeft het zoo langzaam aan leeren doen, en Eli vindt hem, in zijn hart, zoo bescheiden bij dien voornamen post: hij blijft altijd precies even vriendelijk tegen vader en de jongens en hem; als hij zoo prachtig gezongen heeft en hij gaat weer in zijn hoek op het Almenmor staan op zijn Sjammesplaats, dan glimlacht hij zoo heelemaal vriéndelijk tegen vader, en ook wel eens tegen hem, waar hij in de kindcrenbank staat. Vader sluit dan even de oogen en den mond tot hem; dat beteekent: „Goed zoo jonge, Puik!” en wat aardig doet oome Louis terug: hij sluit ook de oogen en zijn huid trilt daar dan vlakbij onder; hij komt er mee dicht bij hem; hij is anders toch ver, oome Louis; al is hij met vader’s zuster Klaare getrouwd, en dus een echte oom, is er toch iets vreemds tusschen hem en hen, iets moeilijks. Als hij met vader of met een van hen spreekt, is het heerlijk vriendelijk; met vader als een groote jongen, heelemaal alsof zij samen nog jongens zijn; maar hij doet het niet vaak, en altijd is hij er verlegen bij. Waarom is tante Klaare zoo woedend tegen hem vanmiddag?

Eli heeft wel af en toe zooiets gehoord: dat hij drinkt; je kunt niets aan hem merken, zegt vader; maar het is jammer voor de beste jonge die-die is, maar bij drinkt, en hij drinkt hard, al kun je het niet aan hem zien; hij heeft geen gajjes (leven) bij Klaare. Maar Eli ziet nu niets en nooit iets van dronkenschap bij oome Louis, en hij merkt nu toch wel duidelijk dat zij in stilte woedend tegen elkaar zijn.

„Vin je ’t gek, Eli?” vraagt hij met zijn langzame manier van spreken, „dat ik het bed opmaak?”

65

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.