„Vaarwel mijn Rosa —•
’k Moet U verlaten,
Ik moct gaan strijden Op het veld van eer;
Ach zie de rozen bloeien Aan d’ oever van hct ziedcnd meer; Hoe zwaar valt mij het scheiden, Tcrwijl de stormen locien.
Ach hoop met mij op beter tijden: Ik min U zoo teeder.
Ik min U Zoo teer.”
43