,,Hct was achter de rug, niet moeder?”
„Luister maar naar watje vader zegt.”
„O God, we moeten luisteren naar wat vader zegt; jongens! Streep aan de balk.”
Maar de pret is verlegd en hij kan eten. De jongens gaan naar buiten; hij durft niet goed. Als het donker wordt in de straat wordt het mogelijk, en kan hij het ook niet meer laten. Want daar hoort hij, in de stilte van diepe schemering en het zwijgen van alle werk- en loopgcrucht, dichtbij zingen.
Hij steekt zijn hoofd om de buitendeur: een rijtje jongens staan tegen den muur van buurman’s huis; Marcus, Mau en Ezra en Hartog zijn erbij, en Hartog’s vriend op school, de Fietse. Hij kent hem niet anders, de Fietse, dan met dien naam, dien niemand hem verklaren kan, en met den linkerarm in een verband; daar schijnt iets aan te man-keeren dat lang duurt en Eli heeft een gevoel dat het een van de redenen is, waarom De Fietse hoofd is over alle jongens. Hartog loopt bijna altijd naast hem, en toen Eli vanmorgen van school kwam en hen ontmoette, mocht hij met hen mee oploopen, bijna heclemaal tot in de straat. Er liepen nog een heelc drom jongens mee, allemaal grooten; altijd loopen er om de Fietse heen, want de Fietse is de baas, en sterk, en hij weet ontzettend veel. De Fietse maakt aan alle ruzies een eind; de jongens komen er voor bij hem; zij vertellen hem wat er gebeurd is: wie ongclijk heeft, krijgt een schop of een stomp met de vrije rechterhand; de jongen waggelt, soms alsof het alleen uit eerbied is, achteruit, en het is afgeloopen. Nu staat hij bij Marcus, Mau en Hartog en Ezra en nog een paar anderen mee te zingen, de Fietse, ernstig, voor zich heen. Niemand kijkt naar de anderen; ieder zingt ernstig voor zich heen, al zingen zij samen. Zij zingen luid-op, het bijna donkere straatje in, en Eli blijft op een kleinen afstand staan. Hoe is het mogclijk, dat zij zoo prachtig met elkaar staan zingen. Het is geen lied van de school; het is een oud lied, van ridders iets, zooals ook: „Een Ridder uit den ouden tijd”, dat Moeder en Lca zingen. Maar o, dit is nóg veel prachtiger:
42