Jankef's jongste

Titel
Jankef's jongste

Jaar
1930

Pagina's
436



ren, of bontgeslagen leden en hopelooze smart van verslagen jammer-uren. Eli houdt de Koningin en haar bloeienden Hof dus bij zich heel den dag, en nog wel iets langer. Nog wel tot hij weer op school komt, en hij haar in het stralende blonde aangezicht ziet, vanaf het oogen-blik dat hij in de bank gaat zitten. Hij krijgt een knikje, hij is gelukkig. Zoo gelukkig, dat hij liever heen en weer schuift, liever pijn onderdrukt, liever zacht kreunt en steunt, dan uit de bank weg te gaan, dan de Koningin om die aardsche dingen te vragen die hij behoeft. Hij ziet op een oogenblik het zonnige gezicht van de Koningin, door al de straling der kleuren van haar tuin beschenen, schrikwekkend betrekken, ziet het buigen naar onder zijn bank, en daar stroomt het. Hij ziet de Koningin op zich toe komen en voelt zich aangrijpen en optillen en hoog opgetild wegdragen, terwijl het water, onder de verheffing en het geschreeuw van heel de klas, zijn zich-zelve bevrijdende lichaam door zijn kleeren heen ontstroomt. De vreeselijke smart is, dat het de eerste keer is, dat zij hem optilt, en dat hij vijand moet zijn. Hij moet haar vijand zijn, hij moet zich verzetten; hij moet op den grond trampelen, in de lucht spartelen, tegen haar en tegen zijn vernedering, en hij is machteloos. Hij is een lichte, onreine, met afschuw-gezicht gemeden vracht in die hoogtillende, zijde-ommouwde armen van zijn aangebeden Koningin. Hij voelt, dat hij een dier is, een insect in haar uitwerpende handen, een machteloos-kron-kelend insect, kronkelend van smartelijk verweer tegen die door-kende vernedering. De vernedering kan niet dieper; wat hij lief-heeft werpt hem in zijn onreine zwakheid uit, en het werpt zich-zelve uit door zich daartoe te verlagen. En in zijn instinct zich terugtrekkend op de laatste linie van dien vreeselijken strijd, zet hij in wanhoop het zacht begonnen huilen uit tot een bloedig geschreeuw, alleen om zichzelf daarin te vergeten, om dien val van de Liefde en zijn vernedering niet te hoeven bedenken, om de eigen ooren te vullen en zoo dan nog, voor dit oogenblik dan nog, te ontkomen aan de alles overheerschende, onmogelijk te dragen schaamte.

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.