Jankef's jongste

Titel
Jankef's jongste

Jaar
1930

Pagina's
436



Die geen medelijden toont,

Daar waar ellend’ en droefheid woont...

Die geen médelijden tóónt...

Daar waar ellende en droefheid wóónt!”

„Zing nog’s van de Alpen moeder.”

„Van de Alpen?

Op die Alpen

Klinkt het lie-ied,

van die Tie-ro-o-le-èr zóó scho-on;

Spreidt Natuu-üür In dit lie-ied

Hare schoo-oo-oo-oonheid Ten tóón!”

„Het begint net als dat liedje dat Ezra en Mau zingen, hè ? van school:

Nimmer moéde Zijt Gij ’t Goéde.”

„O, ja. Je moet maar muziekmeester worden. Dan heb je goedje brood.”

Dat begrijpt hij niet: hij heeft nu geen zin in brood. Het ruikt naar betere dingen hier.

Dit komt alles van de vroege jeugd, waarin de dingen ongrijpbaar schenen te verschieten, in zijn vijfde jaar, in de herinnering tot levender bewustwording: deze dagen en avonden. De Vrijdagavond als het Sabbath is geworden, in den winter bij droge hitte van de gloeiende potkachel, waarvoor zij kolen op de kar hebben binnengehaald; in de zomermaanden bij een klamme warmte, die het zweet op alle roode gezichten drijft, en waarin een eindelijk opgeschoven raam verlossing van verfrissching brengt en den geur van hooi en gras van over de rivier.

De goeïge, grove blondige Mau, met zijn smalle oogen en uitstaande ooren, en de gevoelige grappige magere Ezra, zwart, met zijn scherpigen geestigen neus en zijn droome-rige grijs-blauwe oogen enkwiekenerveuzedunnehanden, beiden nog op school, nemen hem bij zich en vertellen

26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.