Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



om geen andere reden dan dat hij zelf den aanval later wilde ondernemen. Dat was de breuk. De belangen waren gescheiden en Otto stond voor goed alleen in de wildernis van de afgezakten, waar meer nog dan bij de gezeten Ridders, alleen dood en ongeluk van anderen brood, wijn en bevrediging van de roerigheid kon brengen. Met wat verkommerde boeren en handwerkers die op de markten een heer zochten, had hij eerst een paar boerenbehuizingen in een winternacht overvallen. De bewoners, uit den slaap gesleurd, werden nauwelijks wakker, af geslacht, de woningen en stallen geplunderd en in bezit genomen. Zoo groeide een manschappental langzaam aan. Hij was weldra zoo ver dat een klein dorp kon worden af gebrand en leeggehaald, en op een onbekende plek buiten Keulen had hij nu een waar klein leger dat om zijn werkeloosheid hem bezwaarde, want zijn vader had hem laten berichten, dat hij aan den Kruistocht tegen de Joden geen deel mocht nemen. Hij wist datEmmicho geluk had gehad met Gottschalk en met Willem den Timmerman uit Frankenland; in samenwerking met die beiden had hij een al vrij groote massa walbroeders bijeengekregen, waarmee hij afwachtte of de Bisschoppen hem niet beletten zouden, bij de Joden het geld te halen voor hun verderen tocht naar Constantinopel. En Otto zat benard tegen die macht, die hem, als het oogenblik van de kans gekomen was, wegdrukte van het reddende Jodengoud. Daar bij het schuttersfeest in Keulen had hij tegenover Simcha en de meisjes weifelend gestaan. Hij zag de mooie Jodin, hij voelde zijn wrok tegen de Joden. Maar hij rook niet alleen de prooi voor zijn liefde-lust, die hij noch een van de zijnen ooit gewend was te beteugelen. Hij rook ook het goud, de uitkomst van dat zonderlinge gemeene listige bedrijf dat koopmanschap heette, en die naar zijn overtuiging, hem toekwam. En hij was, in de engte gedreven, een oogenblik in die beide geuren tot een onbewuste ingewikkelde sluwheid bedremmeld geraakt. Hij kon de Jodin nog niet grijpen en haar geld nemen; hij maakte haar het hof. En als zoo menigmaal stond drift van woesteling, tot listigheid ingehouden, tegenover slimheid van bedreigde. De onoprechte bedrongen roover tegenover zijn 94

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.