maar schatten haar hingen, als bij sommige knapen, los golvend, of in vlechten van de jonge meisjeshoofden, gitzwart, donkerblond, bruin en rossig. Vleugjes geur van welriekend water worstelden bij haar tegen den dikken stank van bezweete lichamen die in de zaal stond. En in die benauwende en stekende atmosfeer kroop mild de smeltzoete geur van het feestelijk boterbaksel, de Hamans-ooren waarmee het Poeriemfeest gevierd werd: het feest van de overwinning op Ahasveros’ vertrouweling Haman, wiens moordplan tegen de Joden door Esther’s huwelijk met den koning werd afgewend. Frommet, Rabbi Jitzgak’s vrouw, had vanavond de eerebeurt bij den oven, en haar witgloeiend mengsel van meel, boter en suiker, scheen in die hitte de gehoorbuizen met een vlies te bespannen en deed af en toe de sexen in een doffen duizel tegenover elkaar staan.
Mar Salomo de voorzanger had, voor de vrouwen en voor de overigen die den Synagogedienst niet hadden kunnen bijwonen, de feestelijke lezing van het Boek Esther hier herhaald, uit een kleine rol, in de breedte van twee kanten opgewonden als een Thora-rol in klein formaat, met dezelfde gespannen waakzaamheid geschreven en in dezelfde Heilige Arke het heele jaar gehoed. Het was een vertrouwelijke eer aan de Gemeente bewezen, dat op zulk een avond heel het Kapittel, Rabanniem en Dajanniem, in het Danshuis mee kwamen aanzitten, al hielden zij zich, in hun waardigheid, afzijdig bijeen, met korte Talmud-gesprekken en met Dam- en Schaakspel. Rabbi Gerschom, de Leider, de Jodenbisschop, was er, en Rabbi Isaac Halevy; de korte gedrongen Rabbi Sjemarja in zijn enormen grijzen waaier -baard, Rabbi Peter de strengvriendelijke soufijr, Wetschrijver, de beide broers Mar Joseph en Mar Juda ben Abraham, Rabbi Levie ben Samuel de zelfbewuste schrijver van de kehillo, ja zelfs de fanatieke Mar Isaac ben Eljakim met zijn laatdunkend scheeven verwerpenden blik en zijn hoogopgetrokken brauwen binnen zijn als vlas neerhangende touwbaardje en zijn op zij uitstaande haren als van een waakzamen half-Engel. Dat waren de voortreffelij-ken, de Ga-oniem, diamanten spillen van de Gemeente,
9