zoo wonderlijk afgewogen, direct het peil van den omgang waarnaar zij onbewust hunkerden. Zij waren nu, zonder haar overmantels, in haar ten voeten uithangende rokken en de roode en blauwe wambuizen over haar volle jonge bovenlichamen en in de intimiteit van het huiselijk bijeenzijn, nog aangrijpender bekoorlijk voor Simcha. Heerlijk reukwater dreef zijn geur van haar haren, halzen en handen uit; zij dankten met buiging, blozen en oprecht glanzende blikken, en het scheen hem toe, dat hij nu ook wezenlijk in Hanna’s smaak viel. Nadat Frommet met Hanna naar beneden was gegaan, om de bedienden in het achterhuis van haar Mede, haar honingdrank rond te deelen, kwamen die ook in beweging. Wijn en gebak werd bij de deur van hen aangenomen, en allen bogen zich nu over het wonder van den dag, de geschenken voor Rabbi Jitzgak, van zijn vriend uit Worms. Twee nieuwe zusters drongen bescheiden over den rand van de tafel hun blikken naar voren, en Simcha had een onmogelijk gedachte wereld van wetten willen tooveren, waarin het geoorloofd zou zijn, zijn armen om die beide halzen te leggen en twee wangen lang en innig tegen de zijne gedrongen te houden. Zijn vader had twee levende bewijzen van vriendschap meegegeven, zooals ze niet heerlijker gekozen hadden kunnen zijn. Het eene bestond uit twee munten, één van koper, één van zilver, oude Joodsche munten uit Zion. In Hebreeuwsche letters, tusschen een palm en een paradijsappel in, was het jaartal er in geslagen: ,,het tiende jaar na de bevrijding van Zion,” waarmee het tiende jaar na de overwinning der Makkabeeën werd bedoeld, dat dan nu 1252 jaar geleden was; zij waren eens, nu zesenzeventig jaar terug, het bezit geweest van Rabbi Hai Gaon. Rabbi Jitzgak lachte hartelijk van plezier, en de vrouwen konden enkel haar verbazing toonen: het was bijna een heiligdom. En dan het tweede geschenk: een volledige Hagada, de Orde van den Paaschavond, door een wetschrijver met on-onderbroken aandacht op perkament geteekend, en wat men hier nog niet gezien had: met beeldende voorstellingen in kleuren opgeluisterd. Het was stout gezien van Sim-cha’s vader, dit naar Keulen aan te bieden; hij rekende 68