ding gespleten, trachtte hij met die eerlijke geestdrift de wond te heelen. De nadenkendheid van den knaap zag hij nu als een zekeren weg naar het juiste inzicht toe. „Wie arbeidt,” zei hij, „kan niet elke daad die uit zijn taak voortkomt, blijven wegen als goud. Komaan. Wij zullen daarover nog vele malen kunnen spreken, mijn zoon. Mijn zoon Sim-cha! Kom.”
Simcha aarzelde nog. Hij wist dat hij niet zou vragen zooals aan zijn vader in Worms: „Waarom haten zij ons dan?” Maar hij vroeg nog, ingehouden:
„En die Kruistocht? Wat beteekent die voor ons?”
„Voor ons? Niets. Ge hebt toch mijn Drosjo gehoord m het Danshuis? Nu. Dat was immers duidelijk? Niets. Gebruik den tijd dat ge hier zijt om kennis te nemen van allen en alles wat U dienen kan op Uw toekomstige plaats hier bij ons.” Hij boog zich naar den knaap voorover en vertrouwde hem toe, bijna fluisterend en met een vinger tegen zijn voorhoofd: „Er zijn goede menschen, geleerden, voornamen, die veel van Touro en Talmud weten, en niets, niets verstaat ge? — van dat wat om hen heen gebeurt. Men mag het niet zeggen, maar ze zijn op dat punt....” hij knikte met gesloten oogen. „Zij zien graag gevaar. Als het er niet is, is het er toch voor hen. Anders....” hij stiet Simcha aan, „hebben zij niets te waarschuwen. Kom.”
Simcha ging eerst naar zijn slaapvertrek om het pakje met geschenken te halen. Frommet, de Parnas-vrouw, de eenige van de drie vrouwen die het hoofd met een donkerblauw kapje gedekt had, was bezig haar dochters te helpen aan het werkje van een Mitswah, een kerkelijke verdienste, dat eigenlijk Hanna op zich had genomen. Het deed hem zijn kindertijd en het leven van zijn kleinere broertjes thuis herinneren: het blad van de groote eikenhouten tafel lag vol met koekjes op zilveren bordjes, bakjes met honing, ongepelde eieren, dunne houten Hebreeuwsche lettervormen, penseeltjes van stof, en pergamentbladen Hebreeuwsch schrift. De eierschalen en de honingkoeken werden met Hebreeuwsche teksten in inkt en gekleurde zoetigheid beschilderd, de Hebreeuwsche lettervormpjes met honing bestreken. Met in-5 65