Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



belemmeringen, als onernstige ijdele en zelfs schadelijke wezens. In dat zoeken, op den weg van die tasting naar zijn diepste centrum, en daar alleen. Hij wist het nauwelijks.

De Opperparnas was zoo verhit van een Rechtzitting, die onder Rabbi Gerschom’s leiding, scherpe houdingen had gewekt. Hij gloeide en blies. „Het is vaak zeer moeilijk,” zei hij tot Simcha, „om het eens te worden, zoowel tegenover de Joden als tegenover de Christenen. Als ge later op mijn plaats in het Kapittel zult zitten, zult ge dat ondervinden.” Hij sprak tot zijn nieuwen zoon, niet zonder verblijding in dat uitzicht op een levend steun- en vertrouwenspunt dat hij nooit had bezeten; in zijn geslagenheid van een persoonlijke nederlaag was het een troost voor hem, en hij zocht zich tegenover den aarzelend gesloten ernst van den jongen man te herstellen. „Het is een heele verantwoordelijkheid,” nikte hij, „als men over het leven en het geluk van een Jehoedie moet beslissen.” Hij kuchte. Zijn blik was nog heet en hij wist dat hij jegens Simcha niet oprecht was. Het Kapittel had een dubbele zaak ter behandeling gekregen: aan een jachtpartij van aanzienlijke burgers hadden ook enkele jonge Joden deelgenomen, zooals dat in Keulen geen uitzondering was. Voor de Joodsche jongens heel en al onverwacht was een twist ontstaan toen een van hen een tweede wijf jes-zwijn dat in het gevechtsgebied was verschenen, de zuster van het vorige had genoemd. Tot zijn ontsteltenis had de zoon van Johann Jude, een van de gedoopte Keulsche Joden, die opmerking als een lage beleediging van zijn krankzinnig geworden zuster willen verklaren. Geen enkele vorm van ontkenning: eerst de schertsende en vertrouwelijke, daarna de ernstige en bezwerende, kon baten; de Joodsche jonge mannen zagen tot hun schrik dat de twist door harde vijandschap en een vooropgesteld plan ingegeven, doelbewust werd doorgezet. Het duel was in zwang, en de Jood werd uitgedaagd. Twee Joden, beiden medejagers, waren zijn secondanten, toen hij den volgenden dag, door zijn onthutstheid niet tot zijn volle inspanning bij machte, met woeste bitterheid werd doodgestoken. Men noemde het geen duel 54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.