Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



boog en dankte voor de aangeboden hulp: door Christen -knechten ook nog geholpen worden wilde hij vandaag allerminst. En Liebermann voelde zich in zijn stelling versterkt: die Ridders waren narren, en zeker, de Kruistochten zouden ze nog tot grooter narren maken tegen ons. Maar was zoo’n Salzmann niet iemand die liever klaagde dan lachte? En er waren veel Salzmann’s onder ons. Als God ons geluk en vrede geeft, moeten wij Hem niet beleedigen met eiken dag die Hij ons geeft, ons gezicht zoo leelijk mogelijk te trekken. Kunnen wij die jong zijn,” vroeg hij opeens, ,,dan de Kehillo besturen? Nu, de Parnassiem en Rab-baniem weten het beter dan wijwij moeten het in hun handen overlaten, en niet aan de menschen die door domheid en slapheid zonder beteekenis bleven. Een goed mensch was Reb Salzmann, maar als Simcha straks hier bij Rabbi Jitz-gak leefde, en daarna misschien de Gemeente moest helpen mee-besturen, zou hij Liebermann nog eens de hand drukken als hij aan dezen middag dacht.” In de stilte die volgde zei Esther: ,,Reb Simcha ziet dat men in Keulen weet wat men wil.” ,,0,” riep Liebermann met de hand op Simcha’s schouder, ,,wij zullen altijd vrienden blijven, dat weet ik.” ,,Hanna?” vroeg hij vertrouwelijk om instemming. Zij antwoordde lachend:

,,Als ge zooveel spreekt, zal er voor twist geen tijd overblijven.” Men lachte hartelijk maar zacht op, Abigail fijntjes in de gebogenheid van haar neusje die bij haar een levend teeken scheen van betrouwbaren werkelijkheidszin. Allen zagen op, in hun tevreden vroolijkheid: een ridder met twee knechten achter zich kwam snel aanrijden, een jonge blonde kerel, rozig van huid, een grooten gulzigen mond. In het rommelend voorbij-veeren zochten de blauwe oogen met feilen blik tusschen de vrouwen en priemden er, als een omlaag schietende havik zijn prooi, op Hanna neer, recht in haar nieuwsgierigheid. Zij werd wit, haar mondhoek trok neer. Dan kwam een blos in haar wangen op, zij dook weg. De beide jongens, Friedrich en Johann zwaaiden hun baretten af bij het heengaan. Simcha riep Heinrich toen zij de Synagoge genaderd waren en gaf hem zijn paard over, hij 50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.