Dan stierf hij, en alle verdere haast van de toeschietende messen was zonder zin.
Een oogenblik later klonk, uit den mond van een Kruistocht -monnik, het: in nomine Dei, in nornine filii, in nomine spiritus sancti, door de kerk. Bleek, met verdane haren, was Rifke naar hier gedragen, en werd gedoopt tijdens haar bewusteloosheid. Zij kwam langzaam bij door de wassching, zag verwilderd om zich heen en kon het beeld van dat alles niet tot den zin toe doordringen. Men riep: „Jodin, ge zijt Christen geworden! Beveel u Jezus aan!” Men zette haar maar half levende wezen op den kerkvloer neer en liet haar vrij staan. Zij wendde zich en toen zij het bloedende en verminkte lichaam van Mar Isaac zag liggen, liet zij zich voorover vallen en streelde zijn wangen en zijn voorhoofd. „Bo-roeg Dajan Ho emmes”, mompelde de Christin Rifke. Haar kleine moederlijke hart zwol tot zijn grenzen, alsof de heilige verslagene haar eerste kind of haar minnaar was geweest. Niet veel had zij voor hem kunnen doen; een klein stukje maar van haar boetedaad kon bereikt worden. Daar zat zij nu radeloos in Keulen tusschen de Christenen, en dan nu nog wel in dat honderdvoudig vreemde gebied van de kerk. Ontevreden en bitter was zij met dien afloop van haar bemoeienis. Waarheen moest zij nu? Naar Salzmann terug, die met het gezin van zijn broer was ingetrokken bij den kleinen wever die voor Liebermann’s familie werkte? Na haar afscheid en na de verheffing van dezen naakten Vrijdagavond en den killen maar doorstraalden Sabbath-ochtend, kon zij niet meer terug. Zij had zich te diep aan haar toegewijdheid voor Mar Isaac overgegeven, en de bizondere daad die de op-waartsche wending in haar leven zonder moederschap be-teekende, was te troebel afgebroken door de schennis van zulk een dood in dit middelpunt van die voor haar tegennatuurlijke wereld. Een vrouw in gehavende kleeren, die met een grijns van ijver een koperen kruis aan een halsketting kwam aandragen, verloste haar uit die pijnigende zweving. De vrouw wilde het om haar hals hangen; Rifke zag het koperen kruis en tegelijkertijd het roode op dien schouder tegen zich aan. Zij greep onder een kreet van verzet en
328