Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



Frankenland aan die in Duitschland hadden willen waarschuwen tegen een beweging die, zei hij, daar veel indruk scheen te maken, den tocht naar het Heilige Land om de Arabieren uit Jeruzalem te verdrijven. Zooals men wist, was den boodschapper de hartelijke dank van de Keulsche Gemeente meegegeven, maar met het antwoord dat men onder Keizer Heinrich niets te vreezen had. Zoowel de gebieders als de burgers van hun stad verzekerden hun een veiligheid even sterk als een burcht, en niet alleen nu, maar reeds zooveel eeuwen achtereen. Hij huldigde de woorden waarmee Rabbi Gerschom de tegenstanders van voorzichtigheid de volle erkenning had willen geven: „dubbele oo-gen zien te weinig omdat zij teveel zien.” De rechten van de Joden in Keulen waren dezelfde als die van de Christenen, en welnu: de christenen van Keulen behoefden hun heiligdommen niet in een versterkte schuur te bergen, en dus behoefden de Joden dat evenmin. Onder een heeten stroom van toejuiching voor dien zet had hij gezegd, zijn beker wijn met allen te zullen ledigen op het Poeriemfeest, op het welslagen van de aanstaande groote Messe, op den gebieder en beschermer Keizer Heinrich die in Italië was, en die, naast den Grooten Hemelschen Leenheer, de vriend en steun was van de Keulsche Joodsche Gemeente, en (hij had zich toen hoffelijk tot Simcha gewend) „van heel het bloeiende Rijnland.”

Dat beeld van den avond stijgt in het veld van zijn verbeelding, als hij al in zijn slaapvertrek ligt, boven de „Haus-diele” waarvan de ovenwarmte de kilheid hier verzacht. Die opwinding en verrukking waarin men zich toen in den dans begaf, en die, naar hij had opgemerkt, maar door weinigen werd afgewezen: een enkel hoofd smeet zich op de schouders om, misprijzend, zonder hem de zekerheid te brengen dat hier niet de persoonlijke onbevredigde afgunst werkte die hij van de mingeslaagden onder de zijnen zoo goed kende; en een stem die hij niet goed verstaan had, naar men zei, van een nakenden nar uit het Hospitaal die voor zijn potsen niet betaald werd, scheen met instemming van haar omgeving een hoon naar den Opperparnas te hebben ge-30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.