hem daarmee nog niet waardeloos, want hij had daarmee voor zijn doel, de volle verantwoording voor die verbindtenis op zich genomen. Het was voor hem een nood-verbindtenis tusschen hen tweeën geworden, waaraan hij alle ongewijd-heid had willen ontnemen door de Wet; erin te betrekken. De Joden hadden niet de zucht zich te belasten; zij worstelden met drift om helderheid ten aanzien van God en wereld, niet om onderwerping aan den vorm meer dan voor de eenheid van dit volk van enkelingen geboden was. En Simcha zag in bedrog en zelfbedrog dat hem overvallen had door Hanna’s onoprechtheid, een smartelijke verwikkeling die hij allereerst met zichzelf te verrekenen had. Hij had Hanna onvoorwaardelijk geloofd, ook al was de toestand vol onver-klaardheid geweest. Hij had de zekerheid omtrent haar overgave aan von Leiningen geen plaats in zijn voorstelling gegund, en de plaats voor die zekerheid moest hij nu als met een mes in zich opensnijden. En wanneer hij aan de Joden van Keulen dacht (en hij dacht voornamelijk daarbij aan de Joden van Keulen, omdat hij in zijn onbevangenheid en plaatselijke gebondenheid den Joden van Worms minder kleingeestigheid toeschreef) dan verzette hij zich tegen hun afkeuring als tegen louter spel van schijnheiligheid: in werkelijke afkeuring hiervan geloofde hij niet. En integendeel onderging hij het heele droevige spel zoozeer als een wonde aan het gezamenlijke lichaam, dat hij op een afstand, eerder medeleving van hen eischte in zijn moeilijkheid. Kort, maar bloedig was vanavond die moeilijkheid. Hij had Hanna uit zich te verwijderen; zij had bij hem getroond als de vrouw, en nu kon zij de vrouw niet zijn. Hij kon niet tot gewisheid komen omtrent haar juiste waarde en haar plaats tusschen de menschen. Hij kon begrijpen dat zij hem haar liefde-uren met den Ridder niet durfde meededen, zelfs al waren haar die afgedwongen. Hij kon niet begrijpen dat zij ze zonder dwang had gegeven, en niet dat zij in haar benardheid opnieuw dien Christen zocht en niet hem. Hij wist alleen dat hij haar uit zich verwijderen moest, en dat de vernedering die hij daar bij het Boogschuttersfeest van haar ondergaan had, nu tot gruwelijken en uitersten vorm was gezwollen,
180