Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



bloedrijke kop kreeg een snee van minachting.

„Waar ik slaan moet, daar sla ik!”

Simcha met stille verbetenheid daartegen:

„Ik hoop het nog, Rabbi Jitzgak.”

De machtigste van de twee zocht en vond opnieuw zijn passenden uitweg:

„Ge zijt een kind in de handen van een vijandin van Israël. Ge hebt U laten bedriegen door iemand die eens mijn kind was, en van wie ik niet wist dat zij een van God Verstoorde was, een wapen tegen ons allen!”

Simcha ademde zijn krachten bijeen tot een uitval vol woede en verbazing:

„Gij wist niet Rabbi Jitzgak? Waarom hebt Gij het dan niet geweten? Wie heeft haar mij tot bruid gegeven? Hoe waagt Gij het, van mij te verlangen dat: ik in een week zal weten wat Gij in zoovele jaren niet wist? Gij weet toch alles? Houd Uw woord gestand, en ik zal U toonen wat ik kan!”

Jitzgak stond in dezelfde felheid. Hij had het gevoel van over een versperring heen te moeten springen die de Knaap, wiens verstand verrassende scherpten bleek te toonen, tus-schen hen opgeworpen had. Hij moest nu alle waarde van zijn kaarten in het spel zetten.

„Uw zwakheid bij haar is schuld!” riep hij, „van U verwacht zij een andere houding, van U die haar bruidegom waart! Er is niets meer tusschen ons, Reb Simcha! Het verleden is afgedaan. Ik verbied U, als Opperparnas van Keulen, nog langer een schandelijk spel te drijven,” — hij sprak nu met nadruk die vernietigen moest, met den sprong over de versperring heen, boven op Simcha — „met dat.... met dat....” Zijn gezicht raakte verwrongen, zijn trekken zetten zich buiten de verhoudingen uit. Berstend verdriet en borende spijt overspoelden zijn orde, en hij gaf er zich aan over, niet zonder tegelijkertijd daarvan de beslissende overwinning te verwachten, die hem met zijn redekunst wel moeilijk werd. Maar verdriet en spijt zelf waren echt, om die krachten in zijn dochter die de zijne waren. Diezelfde krachten, met de sappen van zijn eigen drift, — dat voelde hij met bitterheid — hadden al het onheil van zijn toomeloosheid tot deze ver

168

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.