onderhouden. Zijn zwaard beschermt, en splijt eiken tegenstand die de duizelende vaart zou willen remmen, door dien droomtuin met rosé bloeiende takken behangen. Groetend keert zich het ongekende naar U, de ruimte erkent hem als haar werkelijken meester. Tot hij onder ingehouden stap, bij opgerichte en blozende hoofden, de blikken tot hun grenzen open en de monden trotsch, u binnenvoert in de wereld stil en schoon van bewondering, het bekronende einddoel en de torenende troon van de hoogste waardigheid.
,,Gij moest toch een Riddersvrouwe zijn. Op de tribune zitten bij werkelijke toernooien. En mijn overwinningen zien. Hoe zoudt ge daar mooi zijn. O, de vrouwen zijn er schoon, maar zoo als gij is er nog niet ééne.”
Zijn oogen monkelden nu vrijer, toen hij haar dan alleen bij de markt ontmoette, na en groet zoo diep dat het was als kon zij zich met één slag zijn gelijke rekenen. Verscheurd door haar verknochtheid met de wet, die haar met liefde en angst voor het hare vervulde, en door deze brandende zucht naar uitbreiding, en die overmachtige nieuwsgierigheid van lippen en buitenste zinnen. Nieuwsgierigheid was het die haar dreef, ook toen hij meer verlangde, toen zij zich vooroverboog van het hare af naar een spanning die al vreeswekkends voor haar bereid hield. Toen zij, in den greep van zijn wil, die zich door bedwelmend vleien en nog ontzenu-wender eischen over haar gelden deed, niemand had om vertrouwen en steun van te nemen. Toen zij dan nieuwe samenkomsten met bonzenden harteslag tegemoetvluchtte en eindelijk in dien heeten vloedgolf van zijn begeerte allen weerstand als was voelde wegvloeien. Tot den gedroomden hemelren toe, voorop zijn paard, tusschen zijn sturende armen in en met zijn brandenden adem in haar hals, naar zijn tent.
Een uur rijdens aan Keulens landzijde in redeloozen galop van beven en verwachting, en na een schijndood van haar hart, een nacht van angst en wilde nieuwheid die vernietigt en opnieuw geboren doet worden, ’s Ochtends bij het ontwaken, een zwervende koningin, wapens rondom en buiten de tent rauwe stemmen bij voetstappen die omzichtig
144