Ridder, veel meer dan Keizer, die tot macht gekomen, de grenzen van de zelfontplooiing om zich moet bouwen; Ridder meer dan geestelijke, die in de doorbreking van die grenzen valschheid van zelfbesmeuring in het liefdesgeluk moet mengen; Ridder meer dan koopman, wiens huis en hof van hoever ook, hem tot inperking en regelmaat maant; Ridder is de wezenlijke mangestalte van alle vrouwelijke heimwee: het mooie wil, met het mooiste, zijn top van werkelijken bloei beleven. Want als de meisjes dan niet mogen leeren, zij denken toch, en zijn er niet blind voor dat de veel wetende Joden het leven te dienen als de hoogste plicht leeren, maar het den kinderen en ook zichzelf bij afgepaste porties te genieten voorzetten, en al het andere als onheilig en verboden weghouden. „Hand in hand blijft niet rein,” zeggen de Joden uit de Spreuken op; met een volwassen meisje mag men geen oogenblik alleen zijn. En dan de vromen, de Tsaddie-kiem, zij zien U niet eens aan, en zelfs niet naar Uw Weeding! Daar maakt men zich mooi, en zij kijken den anderen kant op. O! — Hoe dan tevreden te zijn, en wie is het? O, de macht die de wet houdt, is groot en verschrikkelijk. Maar heeft men niet zelf ook eene? En kan men daarmee niet minstens een kleine ondeugendheid wagen die toch voor het eigen bewustzijn al bevruchtend is, en een heimelijke victorie over de domheid rondom, die radeloos maakt? Ja, in eigen kring, verborgen streelende blikken genoeg, en van de jodenjongens: in onvervulbare begeerte verstikte woorden van hopelooze liefdespiegeling jegens het mooiste meisje van Keulen dat verzegd is. En die kring is zoo eng niet eens: de zoons van de Christen poorters verbleeken in haar nabijheid, en maken hun buiging met monden die beven. Maar is zij koopmans-dochter of niet? Wel, wat wint zij er bij, zich van de burgerknapen buiten haar gemeentekring meer te laten welgevallen dan hun hunkering die niet meer streelt dan met de zekerheid dat zij mooi is: een dagelijksch inkomen, legem oewosor, noodig voor spijs en drank tot het onderhoud van haar allereerste vrouwelijke behoeften? Dan is Simcha niet slecht bevallen: een lieve, sterke man, zijn geur is goed, vertrouwd en frisch; zij zal eng verbonden met hem raken.
142