meisjes meesteressen zijn, en waarin zij haar bruidegoms lange verhalende beloften toezenden van omspinnende liefde en enge verbondenheid. En daarna gleed zij uit zijn bereik. Zij wist dat zij hem tot in zijn bloed getroffen had, en dat hij vergeefs worstelde tegen haar overweldiging. Vertrouwelijkheid denkt hij zich anders. Door een vertee-dering waarvan zij den grond niet kent, gelooft hij haar van zich weg te drijven. Den stroom van zijn lust naar buiten heeft hij afgesloten. Zijn genegenheid, voor haar en voor alle vrouwen hier, kronkelt zich als een zwarte beek van verdrietigheid om haar heen.
Achter een gordijn van verdooving fleemt dun en eentonig, de muziek van de arme spelers; zij roept voorstellingen op van tranen, kussen en omhelzingen. En daar komt opnieuw Hanna vóór hem staan: zij brengt hem wijn en gebak. „Mijn bruidegom is vermoeid van de groote reis om mijnentwil. Zal hij niet weigeren wat ik hem breng?”
„O, ge weet een mitswoo (een religieuse verdienste) te vinden, en een man die denkt dat hij goed kan praten, liet spraakvermogen te ontnemen.”
Zij lacht weer, haar hoofd staat er scheef bij, als in een diepe vriendschap. En eigenlijk: vriendschap heeft zij ook; hij is haar bruidegom. Zij heeft zich hem aarzelloos toegedacht, zijn bruid vanaf haar dertiende jaar, en wet is wet. Zij is wulpsch, en verblindend begeerlijk. En zij weet het. Zij is meedoogenloos. O, in Worms, in Mainz, zag hij veel mooie vrouwen, maar deze....
Als niet die ongewone geschiedenis er was, in Worms, en in Mainz. En van die boodschap uit Frankenland. Al dat verontrustende, maar dat plotseling zwelt tot die afschuwelijke ontvangst, hier, bij de Poort, door die vrouwen met haar beangstigende doodsbericht. Dat houdt hem in een beklemming geschroefd. Haar, Hanna, kan hij niet vragen, met welke jonge mannen hier hij over den toestand zou kunnen spreken? Zoo heerlijk als zij lijkt voor een tijd van vrede en zekerheid, zoo verschrikkelijk lijkt zij nu. De oogen te schroeien aan een droom van geluk, waarvan hij plotseling den bodem scheef ziet staan. Maar waarom danst men dan
13