loos de uitvalvensters van den moord zoeken — worden de verklaringen opgesteld, na zorgvuldige beraadslaging, regel voor regel: de Gemara. Eerst de Jeruzalemsche Talmud, in het Arameesch; tweehonderd jaar later, nu zeshonderd jaar geleden, de Babylonische, de eigenlijke Talmud, in het Oost-Arameesch. Begonnen door Aschi, in Soera. Zijn groote uitlegger is onze groote Raschi, hier uit Worms.”
„Raschi!”
„Honderd jaar geleden is de Mischna vertaald in het Arabisch.”
„In het Arabisch?”
„In het Arabisch!” (wat wil men dan van ons? Wat wil men?) Honderd jaar nu al is de studie van de Thora algemeen onder de Joden hier. Sjabbattai ben Abram Donoio uit Calabrië komt door een zeeroof terecht in Palermo en wordt een groot geleerde; Damnulos noemen hem de Grieken; zij vereeren hem hoog als schrijver over artsenij-kunde en onderzoeker van de natuur.”
Hij noemt er velen, en meent met eiken naam een paal te gronden voor de verschansing die hem en de kinderen tegen de aansuizende messen moet beschermen. Mosché Hadar-schan uit Narbonne, Joseph ben Sarnuel Tob Elem uit Li-moges (die schreef ook veel prachtige Synagoge-liederen voor ons), Nathan ben Jechie-el uit Rome is Raschi voorgegaan, hij schreef niets minder dan een groot woordenboek voor Mischna en Talmud, dat Raschi bij zijn werk gediend heeft. Hij leeft nog, een aanzienlijk man (God moge hem, nu nog, morgen, met ons in vrede doen heengaan van hier, opdat ik jullie veilig zal weten. Rachel, Simcha’s moeder, nog geen veertig en frisch want goed verzorgd, Simcha in het vrouwelijke, Golda in rijpheid maar dan een steetje minder naar het overgevoelige toe, luistert mee en begrijpt het alles zwijgend, want wat is anders het lot van de Joodsche vrouw? een goede man, hij is nu opgejaagd, het is God’s wil zoo). In Spanje hadden de Joden hun onderdrukkers tegenover zich, nieuwe Christenen. Ja! als de Koningen zoo pas Christenen geworden zijn, dan zijn zij bang dat de Joden het volk van het Christendom zullen terughouden, ja, vanzelfsprekend, 120