Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



een oogenblik weer gretig binnen, toen hij, half April, met berichten vol genegenheid en geschenken, in Worms terugkeerde. Het was een week voor het Paaschfeest; de aarzelingen tot de voorbereiding waren al in een voorzichtig maar regelmatig tempo van handelingen overgegaan. Met trots en openlijke verheuging was hij door al zijn zeven broers ontvangen. Daar was de al ernstige Mordechai die in vader’s zaken de opvolger moest worden en die Simcha dus zonder een zweem van mededingerschap zoo dat al mogelijk was, verwelkomen kon, omdat Simcha immers zich in Keulen vestigen en een handelsvriend worden zou. Simon, een jaar jonger, was bij oom Josel in de leer omdat die pas laat kinderen had gekregen. De zestienjarige Jochanan moest Voorzanger en zoo mogelijk schrijver van Wetsrollen, huwelijks -en scheidingsakten, Soufyr, worden, hoewel hij minder muzikaal bleek dan Menzei, vier jaar jonger, die in alle hoeken van de vertrekken stil zijn stem stond te oefenen en honderd geluiden, tot het piepen van een deur en den tik van een voorwerp op een tafel scheen te moeten nazingen, tot aller vroolijkheid en steeds nieuwe verwondering. Eberlein, de vroolijke, en Anselm, de stevige jongste, die stil als in een fijnen nevel, met zijn groote oogen zijn deel vierde in het rustige maar bewegelijke samenzijn, gingen beiden nog op de knapenschool. Zij, en dan nog de dertienjarige Brodmark die pas Bar-Mitswo, kerkelijk volwassen was geworden en met zijn bestemming als een gelukkig vraagteeken rondliep, hadden, elk naar zijn tempo, Simcha als een verrukkelijk geschenk in ontvangst genomen, een soort geliefd bezit van eiken dag dat nu door de reis, de groote stad Keulen en de geheimzinnige toekomst van zijn huwelijk, heel en al vernieuwd in hun handen terugkwam, verzilverd en verguld, in heel zijn samenstelling fraaier dan ooit, en toch zonder iets van zijn bruikbaarheid te hebben verloren. Zij waren, de tienjarige, grovere Eberlein openlijk, de achtjarige Anselm bedekter, niet van hem te scheiden. En dan was er, behalve de vaste hervinding van den kleinen vader en de slanke moeder als een machtige zoldering en haar uitronding omlaag in de wanden, nog dat brooze en toch volle bezit van het

115

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.