gedekte omwegen, onmiddellijk voor den eigen besten wasdom wordt ingezet. In die maanden was ook vader Isaac’s vertelkunst herleefd en tot vrijmoedigen bloei gesteigerd. In de groote Hausdiele, rondom spel van Dam, Molen en Schaak, na het avondeten bij de groote kaarsen langs de wanden, waren de verhalen gekomen, uit zijn jeugd, van zijn massa-oth, zijn reizen en die van anderen rondom hem; uit eigen leven en van eeuwen her, verhalen uit deze grijsduistere wereld, die als wolken vol halfkleuren gedreven waren van mond tot mond, de teeder herdachte geslachten door. En elk geslacht had er, van de enge of ruimere plaats van zijn nederzetting uit, de onwezenlijke tinten van zijn angsten, vervoeringen of oogenbliks-triomfen in geofferd, zoodat die wolken een huiveringwekkenden en toch zoet aangrijpenden gloed hadden gekregen, rossig, blauw, geel, waarvan de weerschijn de verbeelding niet meer verlaten kon. Want al was de poort van het stadsdeel gesloten, verzorgd en bewaakt door Joden, het kon geen kind dat de omgangstaal kende, verborgen blijven, dat de warmste liefde en bescher-mingsbereidheid van den vader, hier en hiernaast en verderop, en in alle huizen waar Joodsche kinderen bij vaders woonden, tegen de groote vijandschap daarbuiten niets vermochten, wanneer God zijn Israël of straffen of beproeven wilde, wanneer Hij na de volste liefde onder hen te hebben gekweekt die als een bloedig geliefd beeld van allen tezamen onder hen leefde, plotseling het ziekste van den vijand over hen heen deed vallen, als een verscheurend dier m een nachtelijk slaapvertrek. En zonder dat verband vol teeder-heid is niet te leven; dat, en de eenheid door de Leer is het eenige blijvende bezit dat aan het bestaan, temidden van on-volgbaar rauwe zedewetten en een nog te gebolsterde beschaving, uitgangspunt, doel en verheffing kan geven. En dus kweekt men altoos weer die teederheden, en bouwt ze uit, gedreven op een verband dat steunpunt is, en gevaar. Het moet de vijandschap ontkomen en vergoeden, en het trekt de vijandschap aan.
Van dat leven had de jonge Simcha zich moeizaam voor zijn reis naar Keulen losgewikkeld. In dat leven wentelde hij zich 114