kleine massa tegenstanders, mededingers op het slagveld waar om de geesten der menschen gevochten werd (was het niet dreigend dat de laatste jaren zooveel Christenen bij huwelijk met Joden tot hun synagoge waren overgegaan?) hier nu opgewonden in kronkelingen zagen spartelen, in het gezicht van een denkbeeldig gevaar . Hoe aanvaardbaar zij overigens dan waren die Joden, zij schenen hun vermakelijke eigenaardigheden, hun zucht naar lachwekkende overdrijving, hun hang naar pronk met het uitzonderlijke droevige van hun lot, hun dwerg-achtige drift naar aandacht, nooit te kunnen verliezen. De Bisschop zelf werd van zijn bij-ge-dachte weer snel naar zijn Leidershouding teruggedreven; maar bij enkele monniken deed ze de gevoelens gisten naar den rauwen en troebelen kwellust van den leeuw, die tegenover de radelooze muis staat: misschien een intelligent beestje, maar buiten allen twijfel belachelijk, en als men er den klauw op zet.... heeft God behalve de grappige muis ook niet den Klauw geschapen?....
Gerschom had een stekend gevoel in zijn borst. Hij wist dat hij de spits opving van het voorloopig omwikkelde mes, dat bedoelde de duizenden die achter hem wachtten, de overmacht van den hanteerder in te scherpen. Zijn instinct deelde hem het gevaar mee van dit spel. In eiken mensch woont het verscheurend dier. Is hij niet één met God en al het Zijne, hij weerstaat tegenover het zwakke den lust niet God’s tegendeel te spelen.
,,Ik geef U God’s zegen mee,” zei de Bisschop, ,,en mijn goede wenschen.”
Rabbi Gerschom hoorde hem gelaten aan. Daar kwam nog als slot, zoodat hij niet meer vragen kon, frisch voorgedragen, de verklaring over het Volk Gods, waarvan de Heer Christus toch ook in zijn aardsche leven een zoon geweest was, daar hij immers uit een Joodsche moeder....
Die woorden maakten op Rabbi Gerschom den indruk van een refrein, goed voor vele domme Joden om zich in valsche opwinding blij mee te maken. Hij verliet bezorgd het Paleis. Hier kon men, van die goedgeloovigheid en dat kinderlijk onervaren zelfvertrouwen, geen scherpe voorzorg verwach-110