genblik. Hij hoofdknikte in zich zelven, en trok zijn wenkbrauwen op, in het scherpe werkelijkheidsgevoel van den man die duizenden twisten om leer en zakelijkheid berecht heeft, waarvan hij wel overal, allengs, ook in den hartstochtelijkst voorgedragene, den speelschen grond ontdekt, maar die hem ook menigmaal uit kouden zucht naar het goed, harteloos werden aangebracht. Hij had er niet alleen in hun eindelooze onderlinge geschillen den langademigen lust van de Joden leeren kennen, die allen eerbiedig voor de Daja-niem stonden, maar allen duidelijk toonden te meenen dat zij evengoed op de Rechtersplaats hadden kunnen zitten en daar zeker niet minder schrander de geschillen zouden hebben behandeld; hij had er ook de aanzienlijke Christenen voor zich gezien, en hen die daarbuiten stonden: de kleinen, goedgeloovig, eerlijk, op de enkelen na die dan tot alle laagheid bereid waren; de grooten daarachter in hun streven naar het goed, machtig koud en berekend, meedoogenloozer dan welke Jood ook in de beslissing die land, grond en mensch aan kon brengen, jegens Heidenen, Joden of de eigen kerkgenooten. En met die ervaring knikte hij bitter en mompelde zijn verklaring van den Kruistocht voor zich heen: Heilige Tocht, ja, Paus Urban, ja! Het Heilige Land moest bevrijd worden van de Saracenen, ja, het was een schande dat deze wilde Heidensche Muzelmannen het graf van Christus bezaten en de Christenen in hun gebied onderdrukten. Paus Urban was niet dom, dat kan men de groote Christenen niet verwijten, zij wisten hun zaken te drijven. De By-zantijnsche Kerk moest onder die van Rome komen, dit werd hoog tijd, die van Rome de macht over de heele wereld. En de Italiaansche koopmanssteden konden goed handelsverbindingen gebruiken daar in het Oosten. Groot en bewonderenswaardig is het verstand dat in een wereld, waar duizenden Ridders zonder goed en met een van misdaad beladen geweten rondloopen, zulk een opdracht uitroept, die hen nieuw goed en geweten tegelijk kan brengen. Men moet in zijn hart erkennen: lehafdiel bein toemoh le-taharo, (onderscheid makend tusschen heilig en onheilig), het is een verstand dat dat van een Mosché Rabbynoe te na komt. Of hij
105