gedacht er niet om in beweging te zullen komen en zie, hij kwam in beweging: het leven was driftiger dan hij geloofd had. En daar, op weg naar den Bisschop, wien hij om een onderhoud had laten vragen, die optocht. Merkwaardig is het, hoe het leven antwoordt als het geroepen wordt, hoe het nog om den hoek kijkt, als men er naar scheldt; hoe het zich gaat weren als het wordt aangevallen. E)at is van hemzelf de vloek naar dit godvergeten gespuis, dit zeven maal zevenvoudige Am-Ha-eerez, dat hem in beroering drijft. „Hij die op weg gaat en de Leer beoefent, en zijn bezigheid onderbreekt en zegt: „hoe mooi is deze boom,” dezen rekent de Schrift het aan, als had hij zich tegen zijn leven bezondigd.” Hoe zware zonde hebben dan deze niet bedreven, die de aandacht voor dood en zelf-oplossing neerhalen tot een hoer van de verdediging van het voorthandelende leven? Diep vervloekt tot in het brandende Gehenna, jullie, alleen daarom, dat je mij bespat met de modder van het gevecht, ik die juist misschien een beetje schoon ben gewasschen, in veertig jaren worstelen. Al waren jullie Joden, diep vervloekt. En dit temeer: vijanden van mijn Joden, die ik tegen jullie moet gaan beschermen; en dit temeer, bundels gloeiende onrust, in onwetendheid van Satan bezeten, van tevoren al door den gloed van de Hel stekelig gekweld, in jullie afzichtelijke pogingen om menschen te worden. Merkwaardig, hoe Lilith hen bezeten houdt; hun bezigheid is de hitte van vurige kolen in de handen te beproeven, en als honden hun staarten, steken zij vaandels omhoog, opdat men hen zien zal!
Zoo straft God den mensch met hem in een dier te veranderen en toch mensch te laten: welke kwellingen weet de Engel Michaël te bedenken. Want is het dan te verwonderen, dat zij ongelukkig zijn? Hij, Rabbi Gerschom weet het, en hij weet ook waarom! Eerstens kan men niet gelukkig zijn als men drie Goden aanbidt. Maar hoe: God geeft ruimte voor veel dwaling; vele wateren komen van vele bergen geloopen tot één rivier, en vele stroomen monden op dezelfde plek uit in de groote zee. Van veel menschen kan de wereld klein zijn, maar het hart goed. Zijn niet de Burgers van Keulen
101