Kiesvereeniging, neer te striemen gezwollenheden, had hij eerst vandaag niet willen gaan; maar dan plots, een oogen-hlik later, vond hij het een heerlijkheid, in die publieke meerderheid van staatsman zich tusschen de domkoppen op de receptie te vertoonen, waar hij zijn zou als een grootsche onaantastbaarheid, dankbaar toegesproken hij het minzaam loslaten van enkele onthutsende gruiskorrels uit zijn schatkamer. Pas had hij een socialistische brochure gelezen en mèt de bijgebleven heftigheden van hij stukken en brokken gelezen groote opposanten, van Multatuli vooral, gaf hem dat nu en dan koortsige oogenblikken van ommekeer, van hoog en heet naar zijn kop ziedend verzet zonder zwakste redelijkheid of besef van den dooreenbotsenden chaos zijner gedachten. In zijn zaken terug, met een compagnon geestig-voorzichtig voortstuwend zijn vrij omvangrijken groothandel in vleesch, droomde hij zich kapitaal-mensch, snauwde hij, in zijn vuile boezeroen en zijn tot halverwege de knieën opgeslagen broek, kort-krachtige patroonsbevelen naar de goe-digjes bejegende knechten, en hij de ontmoeting eener maatschappelijke opstandigheid, spotte hij met hoogen kop, dat het geld de haas was; dat geest noch kop, noch organisatie, noch arbeid betcekenis had, dat hij, als hij de plaats van domme ministers bezitten zou, alle onreine dieren van de ophitsing zou laten uitroeien tot de laatste, en dat goud en zillever machtiger was dan kanonnen.
Zoo leefde hij hij oogenblikken in de uitersten aller zienin-gen, verliefd op tegenstand en aldus het verzet van een vorig uur prijsgevend voor het roezig genieten van weer geheel nieuwe stellingnamen.
Moe van opwinding en de kamerbenanwenis, nam hij uit zijn gekleede jas zijn rooien zakdoek en veegde zijn leelijken kop met het hooge voorhoofd en den klein-dikken neus. Met plotselinge afwendingen gluurde hij naar de wittige pracht van Rozette, die zijn heroisch afzonderingsspel knauwde tot smartelijke begeerte. Hij bleef haar langer aanzien, en als zij naar hem keek, maakte hij groote oogen hij wijze van grappige aanhaligheid: maar zij merkte den gek en zag haastig
85