De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



het niet: moest zij hier bedienen? met ’r goeie jepón an? Maar Naatje wou, ze zou ’r niet zoo laten staan, dat was geen afsappelen, en wat zou ’t haar hinderen? met ’n schort voor kon ze ’r met plezier en wat graag ’n beetje helpen: ze kon tóch niet goed stilzitten, werachtig niet.

Het kamergegons snaterde aan tot nu en dan al met hartstocht doorschoten gewatel onder heftig armen- en hoofdgebaar. Gebak brokte naast kleurig-volle en van zoetelijk-dik vocht aangehangen leege glaasjes op tafels en knieën, en zakdoeken veegden al langs voorhoofden en binnenranden van hoeden. Achter in de kamer vooral, waar zich, hij de dientafel, slagers en koopluidjes tot een groep van enkel mannen gekringd hadden, rumoerden hartstochtelijker debatten op, met luide lachstooten en soms heftig-overtuigend overslaan van stemmen. De reinwitte tafel met haar bloemen en op den rand een enkel glas met schoteltje, schoof haar blanke feestelijkheid tusschen die opgewondenheid van twist-vreug-de en de morsdoode roerloosheid der Rosensteins in, die nog altijd tegen den wand zaten: de ouwe Izak in ’t midden, gebogen, met zijn grooten groenigen hoed op zijn oorlappen gezakt, als volkomen onwetend van wat óm hem was en nu en dan rochelend, zwaar-diep opzwoegend; Lion en Joede rechts en links van hem keken vóór zich naar de pratenden en binnenkomenden, maar zij spraken niet dan nu en dan een groet, of een rauwe geestigheid, als een verwenschte welvoegelijkheid, moeizaam opgezocht uit hun aan simpelste vreugdig-heid heel en al vreemde gedachtenleven. Aan de smalle tafel-zij. naast de breedkorte, woestbaardige leelijkheid van Lion zat alleen mooie Rozette; achterom gebogen naar Naatje en Jette aan de andere zij der dientafel, sprak en vroeg zij daar voor haar onverschillige dingen; zij durfde nog niet weggaan, om haar Vader en Moeder, maar ze bedacht, het wel graag te willen.... en tóch weer niét ook.... Och. ze wist ook nooit dan weer hoè te doen. Zij vond in huis, in de heele omgeving van toch schijnbaar lieven, héel-bekenden, nooit dat wat ze wel wou: maar ze wist het niet, jong en speelseh nog en zonder de waarachtigheid van het gebrek, die haar

79

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.